Enkele disclaimers over ‘Het ABC van LGBTI’.
LGBTI
Dit is een letterwoord om seksuele, gender- en geslachtsdiversiteit aan te duiden. L= lesbisch, G= gay (homo), B= biseksueel, T= transgender, I= intersekse. De uitleg voor deze woorden kan je terugvinden in deze lijst.
Soms zie je dat er LGB geschreven staat, een andere keer staat er dan weer LGBTIQ+. De plus staat dan voor alle personen en groepen die buiten de (cis)gender- en heteronorm vallen, maar niet onder 1 van de genoemde letters. De Q kan staan voor queer. De keuze voor welke letters je gebruikt hangt af van doelgroep waarover je spreekt. Soms kan dit een weloverwogen keuze zijn, soms gebruikt men meteen het volledige letterwoord om de volledige gemeenschap aan te spreken.
In het project Safe To Be gebruiken we de afkorting LGBTI.
Westerse termen, westerse lijst
Terminologie rond seksualiteit en gender is plaats- en cultuurafhankelijk. Dit betekent dat de terminologie die hier wordt besproken niet gekend is in andere delen van de wereld. Omgekeerd zijn wij niet altijd op de hoogte van de terminologie die in andere delen van de wereld dan weer heel bekend is. Het is dus goed om te weten dat deze lijst geschreven is in België, door personen die opgegroeiden in België.
Linguïstische evolutie
Taal is constant in verandering, sommige termen die vijf jaar geleden enorm populair waren, worden nu niet meer gebruikt. Termen die nu onbekend zijn kunnen binnen een jaar dan weer massaal gebruikt worden. Het is dus goed om te weten dat deze lijst een reflectie is van het huidige taalgebruik en de huidige terminologie, namelijk die van juni 2020.
Zelfidentificatie
In deze lijst wordt er telkens een term gegeven en vervolgens de invulling van die term. Dit kan doen vermoeden dat de lijst wilt vasthouden aan vastgeroeste definities en hokjesdenken. Dit is niet de bedoeling. De lijst wilt vooral een handig en gebruiksvriendelijk instrument zijn waarin informatie gemakkelijk terug te vinden is. Het is dus goed om te weten dat er bij de termen in deze lijst altijd plaats is voor nuance, voor je eigen situatie en invulling.
Er bestaan veel verschillende termen om je seksuele en genderidentiteit een naam te geven. Sommige mensen kiezen bewust voor geen label. Anderen kiezen voor een heel specifiek label. Belangrijk is dat je hier zelf over kan beslissen
De termen in deze woordenlijst trachten concepten te verduidelijken met betrekking tot seksuele en genderdiversiteit. Wil je meer uitleg over deze basisbegrippen? Surf naar www.kliqvzw.be of de online leeromgeving www.kliqacademy.be.
Content Warning: sommige termen in deze lijst zijn niet meer in gebruik of worden gezien als denigrerende termen.
In alfabetische volgorde.
Een genderidentiteit die meestal onder de non-binaire paraplu valt (zie: non-binair). Agender personen hebben geen beleving van gender, of ervaren een afwezigheid van gender. Men noemt dit ook wel ‘genderloos’ of ‘nongender’.
An “ally” is a term used to describe someone who is supportive of LGBTI people. It encompasses non-LGBTI allies as well as those within the LGBTI community who support each other, e.g., a lesbian who is an ally to the bisexual community or a trans woman who is an ally to the non-binary community.
Een term die te maken heeft met romantische en/of seksuele aantrekking. Als je androfiel/androseksueel bent, dan val je op mannen of mannelijkheid. Deze term kan als alternatief dienen voor de eerder binaire termen hetero- en homoseksualiteit (zie: binair). De term slaat op de aantrekking tot persoonskenmerken zonder er automatisch de genderidentiteit of sekse bij te betrekken. Bijvoorbeeld: je bent aangetrokken tot iemand die zeer mannelijk overkomt maar zich als vrouw of non-binair identificeert. Naast androfilie is er gynefilie, aantrekking tot vrouwelijkheid (zie: gynefilie).
Androgyn is een manier om jezelf uit te drukken. Androgyne mensen laten zich niet beïnvloeden door de gendernorm in hun expressie. Ze gebruiken kenmerken van een heel spectrum om zich te uiten: zowel mannelijke kenmerken als vrouwelijke kenmerken als alles ertussenin of erbuiten.
Een aromantische persoon ervaart weinig tot geen romantische aantrekking tot andere personen. Ze kunnen wel emotionele en intieme banden opbouwen op basis van diepe connecties. Ze kunnen zeker liefde voelen voor anderen, enkel geen romantische liefde. Aromantische mensen kunnen zich identificeren op het LGBTI- spectrum. Net zoals bij seksualiteit en gender bevindt romantische aantrekking zich ook op een spectrum, men noemt dit ook wel het aro-spectrum.
Net zoals bij seksualiteit en gender bevindt seksuele aantrekking zich ook op een spectrum. Een aseksuele persoon ervaart weinig tot geen seksuele aantrekking tot andere personen. Soms hebben aseksuele mensen simpelweg geen interesse in seks, anderen hebben er een afkeer voor. Hoewel ze weinig tot geen seksuele aantrekking ervaren tot andere mensen, kunnen ze wel een rijke erotische beleving hebben met bijvoorbeeld zichzelf. Het is zeker mogelijk voor aseksuele mensen om intieme relaties op te bouwen op basis van diepe connecties. Aseksuele mensen kunnen zich identificeren als deel van de LGBTI-paraplu.
Onder de parapluterm aseksualiteit kan je verschillende termen terugvinden. Grey asexual slaat op de grijze zone tussen seksualiteit en aseksualiteit, waarbij een persoon soms seksuele aantrekking kan voelen. Als je je enkel seksueel aangetrokken voelt tot mensen waarmee je een innige emotionele band hebt opgebouwd kan je jezelf identificeren als demiseksueel.
De coming-in is de kennismaking met de LGBTI-wereld. Mensen krijgen vaak interesse in de groep waar ze tot behoren en willen er veel over weten. Zo komen ze terecht bij bijvoorbeeld praatgroepen, holebicafés of boeken rond LGBTI-thema’s. Hierdoor kunnen ze mensen leren kennen met gelijkaardige ervaringen en verhalen.
Wijst op de veronderstelling dat de samenleving is opgebouwd uit tegengestelde paren. Bijvoorbeeld: goed – slecht; man – vrouw; hetero – homo; … Het binaire denken wordt voor gender en seksualiteit meer en meer in vraag gesteld. Een alternatieve manier van ordenen is een spectrum, waarbij er tussen de twee uitersten (en erbuiten) ook ruimte is om jezelf te plaatsen. Dat is een meer genuanceerde manier om de samenleving in te delen.
De geboortemoeder is de persoon die bevalt van het kind. Vroeger werd de term ‘biologische moeder’ gebruikt, maar omdat de geboortemoeder niet altijd de genetische moeder is (bv. wanneer er met een donoreicel wordt gewerkt), wordt er tegenwoordig gekozen voor ‘geboortemoeder’. In vrouwenkoppels noemen we de partner die het kind niet heeft gebaard de meemoeder.
Dit is een romantische en/of seksuele oriëntatie. Als je de mogelijkheid ervaart om tot meer dan één genderidentiteit romantisch of seksueel aangetrokken te zijn, dan kan je je identificeren als biseksueel. Tot welke genderidentiteiten je je aangetrokken voelt en de intensiteit van die aantrekking kunnen veranderen doorheen de tijd. Naast ‘biseksueel’ bestaan er nog andere termen die je oriëntatie kunnen helpen uitdrukken.
Polyseksueel betekent dat je aantrekking kan voelen tot mensen van meer dan één, maar niet noodzakelijk alle genderidentiteiten. Als je het niet relevant vindt welke genderidentiteit de persoon heeft waartoe je je aangetrokken voelt, dan kan je jezelf benoemen als panseksueel. Als je merkt dat je aantrekking verandert doorheen de tijd dan kan je die fluïde noemen.
Een term die ontstond in het begin van de twintigste eeuw, om te verwijzen naar lesbische vrouwen met een eerder mannelijke expressie. Het tegenovergestelde van butch is femme. Het woord heeft een rijke geschiedenis en is al verschillende keren van betekenis verschoven. Het woord wordt vandaag niet enkel gebruikt door lesbische vrouwen, maar ook door gender non-conforme en transgender personen.
Een term die beschrijft dat het geslacht dat je toegewezen krijgt bij de geboorte overeenkomt met je genderidentiteit. Als je bij de geboorte het vrouwelijk geslacht krijgt toegewezen en je voelt je ook vrouw, dan noemt men dit cisgender. Als dit niet overeenkomt dan noemt men dit transgender.
Gendernormen zijn (ongeschreven) sociale regels die maatschappelijke verwachtingen koppelen aan een genderidentiteit. De opvatting dat ieders genderidentiteit overeenkomt met het geslacht dat werd toegewezen bij de geboorte noemt men de cisnorm. Cisgender zijn is dus met andere woorden de norm. Zo gaan we bijvoorbeeld verbaasd zijn als iemands genderidentiteit niet overeenkomt met het geslacht dat werd toegekend bij de geboorte. Als een persoon zich gender non-conform uit of gedraagt, gaat men dat sneller zien als een ‘afwijking’ van de norm.
Het eerste aspect van coming-out is voor jezelf uitzoeken en accepteren dat je LGBTI bent. Je kan ook beslissen om dit aan je omgeving te vertellen. Iets kwetsbaars vertellen over jezelf kan eng zijn, en vaak moeten mensen lang nadenken voor ze het zeggen. Er is geen juiste formule om uit de kast te komen, je zoekt de manier waar je je zelf het beste bij voelt, en tegen wie je het zegt. Coming-out is een continu proces, wat wil zeggen dat je je LGBTI-identiteit vaak opnieuw zal moeten uitleggen in nieuwe situaties (bv. een nieuwe job). Als je je LGBTI-identiteit openlijk uit in je dagelijkse leven dan ben je ‘out’, of ‘uit de kast’.
Sommige transgender personen kiezen voor een nieuwe naam die beter past bij hun genderidentiteit. Als mensen bewust of onbewust de vorige naam blijven gebruiken, dan noemt men dit deadnaming. Het kan zijn dat mensen zich vergissen of moeten aanpassen aan een nieuwe naam. Als het echter bewust en met slechte bedoelingen gebeurt dan is het een vorm van verbaal geweld. Zie voorbeelden van online haatincidenten (5.4.1) voor meer informatie.
Als je een gedeeltelijke connectie hebt met een bepaalde genderidentiteit, dan kan je jezelf demigender noemen. Bijvoorbeeld: een demi-jongen voelt zich dan gedeeltelijk jongen, een demivrouw voelt zich voor een deel vrouw.
Discriminatie betekent dat je niet op dezelfde manier wordt behandeld omwille van persoonlijke kenmerken zoals taal, etniciteit, oriëntatie of gender. Discriminatie is vaak een gevolg van al dan niet bewuste vooroordelen tegenover die kenmerken. Je kan discriminatie ervaren in verschillende facetten van het leven. Zo kan je bijvoorbeeld in je klas uit de kast komen als transgender persoon, en merk je dat je daarna niet meer uitgenodigd wordt op verjaardagsfeestjes. In bepaalde gevallen kan er sprake zijn van discriminatie die wettelijk verboden is. Zo kan je de ene na de andere sollicitatie geweigerd worden omdat je uit de kast bent als homo. Discriminatie kan je melden, en in sommige gevallen kan het tot een rechtszaak komen. Zie onderdeel Belgische context (6.2) voor meer informatie over de Belgische anti-discriminatiewetgeving.
Wanneer mensen een andere genderexpressie (zie: genderexpressie) aannemen in het kader van een show of een optreden. Dit noemt men ook wel ‘showtravestie’. Een dragqueen is doorgaans een man die optreedt met een vrouwelijke expressie, een dragking is doorgaans een vrouw die optreedt met een mannelijke expressie. Het gaat dus niet enkel over kleren en make-up, maar ook over handgebaren, houding of manier van wandelen.
Dit is de afkorting voor disorders/differences in sex development, of aangeboren aandoening/verschillen in geslachtsontwikkeling. Het is een medische term die vooral verwijst naar de puur lichamelijke ontwikkeling en geslachtskenmerken (zie geslachtskenmerken). Sommige intersekse activisten of intersekse personen hebben kritiek op deze term omdat ze hun geslachtsontwikkeling niet zien als een medisch probleem, maar als een normaal deel van een gevarieerd spectrum (zie intersekse).
Minderheden (zie: minderheid) die gevormd zijn op basis van etniciteit. Dit wil zeggen personen die verbonden zijn door bijvoorbeeld dezelfde taal, kleding, religie, cultuur of nationaliteit. Vroeger werd ‘ras’ gebruikt, maar dan heb je het enkel over uiterlijke kenmerken. Etniciteit heeft een bredere culturele definitie dan simpelweg ‘ras’. De term etnisch culturele minderheid wordt vaak gebruikt in het kader van migratie.
Een term die ontstond in het begin van de twintigste eeuw en verwees naar lesbische vrouwen met een eerder vrouwelijke uitstraling. De term werd gepopulariseerd in de Amerikaanse queer bar-cultuur van de jaren ‘50. De term heeft doorheen de jaren enkele lichte betekenisverschuivingen gezien, en vandaag kan de term gebruikt worden door elke LGBTI-persoon met een meer vrouwelijke expressie.
Het woord gay is ontstaan vanuit het Engels voor ‘vrolijk’. De betekenis schoof op naar homoseksueel, en tegenwoordig wordt het woord ook door andere LGBTI-personen gebruikt.
Men zegt wel eens dat LGBTI-personen een extra zintuig (= gaydar) hebben om elkaar te herkennen. Dat kan gebaseerd zijn op kleine, subtiele vormen van herkenning al dan niet gebaseerd op stereotiepe opvattingen van hoe een LGBTI-persoon eruit zou moeten zien.
Hoewel het uiterlijk van een persoon niet bepaalt welke seksuele oriëntatie die heeft, kunnen LGBTI-personen wel aan mekaar laten merken dat ze bij de gemeenschap horen. Dit noemt men signaling.
Als LGBTI-persoon groei je op in een samenleving waarin nog veel negatieve gevoelens, impliciete en expliciete vooroordelen en stereotypen bestaan. Je kan die vooroordelen ‘internaliseren’ en dus onvrijwillig, onbewust op jezelf toepassen. Dit kan resulteren in een laag zelfbeeld en soms zelfhaat. Mensen gaan bijvoorbeeld hun oriëntatie ontkennen, of zich uitgesproken homofoob gedragen om niet ‘ontdekt’ te worden.
Gender is een sociale constructie die de positie van personen binnen de samenleving mee bepaalt. In het Westen is er een binaire opdeling van gender: man en vrouw. Hieraan worden bepaalde verwachtingen en rollen gekoppeld. Tegenwoordig wordt deze binaire gendernorm meer in vraag gesteld (zie: gendernorm) en gender gezien als een spectrum.
In andere delen van de wereld zijn er samenlevingsmodellen met meer dan twee genders. Zo heb je in India bijvoorbeeld een derde gender, de Hijra. Gender is dus een ongeschreven sociaal normerend systeem en kan terugkomen in rechtssystemen. Deze sociale afspraken kunnen doorheen tijd en plaats veranderen.
Sex surgery or gender-confirming surgery aims to soothe or even remove discomfort with one’s own body (dysphoria), so that the body more closely matches the gender identity. There are different types of gender affirmative options. For example, one can take hormones, have the Adam’s apple or breast tissue removed, reconstruction of genitalia and more. Every transgender person can choose for themselves whether they want an intervention and which intervention that has to be. In other words, you can identify as transgender with or without medical interventions.
Dit is het gevoel van spanning tussen de genderidentiteit en het lichaam, het gevoel dat het lichaam niet overeenkomt met de innerlijke genderidentiteit. Dit gevoel van incongruentie kan ervaren worden als zeer onaangenaam. Genderdysforie komt voornamelijk voor bij transgender personen. Er kan in bepaalde gevallen psychologische tot medische begeleiding mogelijk zijn om de gevoelens van dysforie te verminderen zodat je er minder of geen last meer van hebt, maar dit verandert niets aan je genderidentiteit. Je kan transgender zijn zonder dysforie te hebben.
Sociale genderdysforie: deze term beschrijft hoe een persoon zich gedisconnecteerd kan voelen met hun genderidentiteit in sociale situaties. Hier gaat het dus niet over een incongruentie met het lichaam, maar door de interactie met anderen. Zo kan gezien worden als een bepaalde genderidentiteit, terwijl die persoon zich identificeert met een andere genderidentiteit zeer pijnlijk zijn. Een ander voorbeeld is het gebruik van de verkeerde voornaamwoorden, of het gebruiken van een vorige naam (zie: deadnaming).
Waar de genderidentiteit gaat over een innerlijk gevoel, gaat de genderexpressie over de manier waarop mensen zich uiten naar de buitenwereld toe. Dit kan in de vorm van kleding en make-up, maar ook door een bepaalde lichaamshouding, spraak of manier van bewegen. De manier waarop iemand zich identificeert hoeft niet overeen te komen met hoe die zich uit. Vele mensen uiten zich niet volgens de gendernorm (zie: gendernorm).
Als je genderidentiteit verandert doorheen de tijd, dan kan je jezelf genderfluïde noemen. Mensen voelen zich de ene keer meer man, de andere keer meer vrouw en dan weer een variatie van de twee of geen van beide. De genderidentiteit lijkt vrij rond te ‘vloeien’.
De genderidentiteit is het innerlijke gendergevoel dat mensen ervaren. Dit kan mannelijk of vrouwelijk zijn, maar ook een variatie van beide of net geen van beide. De genderidentiteit hoeft niet samen te vallen met het geslacht (zie geslacht). Het hoeft niet vast te liggen, en kan veranderen doorheen de tijd. Sommige mensen ervaren geen genderidentiteit, dit noemen we agender (zie agender).
Gendernormen zijn de sociale afspraken en verwachtingen die een samenleving verbindt aan een gender. De gendernormen zijn binair, ze gaan dus uit van een tegenstelling tussen hoe mannen en vrouwen zich moeten gedragen. Zo wordt er van mannen in België niet verwacht dat ze een kleedje dragen, en wordt er van vrouwen niet verwacht dat ze een auto kunnen repareren. Wanneer iemand zich buiten die categorieën begeeft, kan dat voor zowel innerlijk conflict als onbegrip van buitenaf leiden.
Term uit de biologie die tweeslachtigheid beschrijft, ofwel het vermogen van een organisme om zowel te bevruchten als te bevallen, dus om zichzelf voort te planten. Intersekse personen (zie: intersekse) hebben wel een verschil in geslachtskenmerken, maar dat maakt niet dat ze zowel kinderen kunnen verwekken als baren. Het is niet alleen feitelijk incorrect om ze te benoemen als hermafrodiet, de term heeft ook een zeer negatieve, stigmatiserende bijklank en het wordt dus sterk afgeraden om dit te gebruiken.
Een term die gebruikt wordt als je voornamelijk hetero(seksueel) bent maar soms romantische en/of seksuele contacten aangaat met personen met dezelfde genderidentiteit.
If you are romantically and / or sexually attracted to women as a man, or if you are romantically and / or sexually attracted to men as a woman, you can call yourself straight or heterosexual. Heterosexuality is often seen as the norm, but this norm is increasingly being questioned nowadays, and in addition to heterosexuality there is room for other sexual orientations.
De term beschrijft mensen van wie de geslachtskenmerken (zie geslachtskenmerken) niet binnen de binaire opdeling van geslacht (M/V) vallen. Waar de term DSD een medische definitie geeft, gaat de term intersekse meer over de maatschappelijke en sociale gevolgen die kunnen ontstaan. De term legt de nadruk op het feit dat intersekse personen geen medische operaties nodig hebben om meer binnen de geslachtsbinariteit te vallen. Ze maken deel uit van het brede geslachtskenmerkenspectrum.
Als je als vrouw romantisch en/of seksueel aangetrokken bent tot andere vrouwen, dan kan je jezelf lesbienne noemen. Deze term kan ook gebruikt worden voor mensen van andere genderidentiteiten, bijvoorbeeld non-binaire mensen.
LGBTI or trans negativity is an implicit form of LGBTI phobia. This is not about physical violence or legal discrimination, but rather about comments or statements with a homophobic or transphobic side. Often people don’t think about it, or they might even be well-meaning, but they might unknowingly harm LGBTI people.
De term non-binair wordt gebruikt als term voor mensen die zich niet herkennen in de binaire genderopdeling (man <-> vrouw). Het is tegelijk ook een parapluterm, er zitten dus nog verschillende manieren van genderbeleving onder de non-binaire paraplu, zoals bijvoorbeeld demigender, genderfluïde of polygender.
If you “pass” as a trans person, you will be recognized by your environment as the desired gender identity and not as the gender you were assigned at birth.
Als je het aspect van gender geen belangrijke factor vindt bij een potentiële partner, kan je kiezen om je te identificeren als panseksueel. Panseksuele mensen noemen zichzelf soms ‘genderblind’.
Het woord queer heeft verschillende betekenissen
Het is een manier om je genderidentiteit en/of seksualiteit te benoemen. Het wordt vaak gebruikt voor mensen die nog zoekende zijn naar waar ze zich precies bevinden binnen het LGBTIQ+-spectrum, als koepelterm of door mensen die een duidelijk statement tegen de cisgender- en de heteronorm willen maken.
Het is ook een politiek activistische stroming die vertrekt vanuit het verwerpen van de hetero- en cisgendernorm. Veel punkers identificeren zich bijvoorbeeld als queer.
Tevens is het ook een academisch onderzoeksveld.
Gender or sex is determined based on physical differences. The Western binary model assumes two sexes: male and female. However, there is more variety than just male or female. Those with sexual characteristics that cannot be (fully) classified as male or female can appoint themselves as intersex persons. Some individuals will see this as a medical matter in themselves (see DSD), while others find the medicalization of intersex problematic.
Sex characteristics are associated with biological sex. Specifically, it concerns different categories of characteristics: chromosomes, hormones, internal and external genital organs and the secondary sex development during puberty (beard, breasts, lowering of voice). When these characteristics do not (completely) fall within the division of male or female sex characteristics, this is called intersex / DSD.
Sex work is the transaction of sexual acts in exchange for money. This is also known as prostitution. There are different types of sex work. Sometimes the sex worker offers their services outside or from a window, escorts are people who provide their services to people at home. The Internet also has diversified forms of sex work, and sex work now also occurs in online contexts. Sometimes the sex work also applies to persons employed as porn actors or performers.The legal regulations on sex work can vary in different countries.
The tendency of a person to be emotionally and sexually attracted to another person or persons. The best known sexual orientations are: heterosexuality, homosexuality, and bisexuality.
Trans is een verkorte vorm van transgender. Trans* heeft een oorsprong in de computerwereld en heeft als doel om meer inclusief te zijn. De asterisk (*) wordt na een zoekterm ingegeven om aanvullingen op de term te tonen. Men bedoelt dus met trans* dat alle soorten identiteiten die afwijken van de cisgendernorm erbij horen (transgender, genderqueer, agender, etc.) Er is kritiek vanuit een deel van de transgender gemeenschap op trans*. Het is lastig om uit te spreken, en het woord ‘trans’ is op zich al een wijdverspreide en veelgebruikte parapluterm. We gebruiken ‘trans’ op deze website als koepelterm die ook non-binaire genderidentiteiten omvat.
Een term die beschrijft dat het geslacht dat je toegewezen krijgt bij de geboorte niet overeenkomt met je genderidentiteit. Als je bij de geboorte het vrouwelijk geslacht krijgt toegewezen maar je voelt je geen vrouw, dan ben je transgender. Als dit wel overeenkomt dan noemt men dit cisgender.
Bij personen gebruiken we transgender als een bijvoeglijk naamwoord om duidelijk te maken dat de persoon meer is dan transgender: in plaats van ‘een transgender’ zeg je een trans(gender) persoon.
If a transgender person decides to go through a transition, that person will take steps towards the gender expression that better reflects or expresses their gender identity. You can go through a transition in many different ways, and choose what suits you best. Some opt for different clothing and hair, others have certain treatments (e.g. hair removal) or medical procedures performed.
Een persoon die geregistreerd werd met een vrouwelijk geboortegeslacht, maar een mannelijke genderidentiteit heeft.
Deze term werd vroeger gebruikt om transpersonen aan te duiden die specifiek kozen voor geslachtsbevestigende operaties en behandelingen, en vaak een leven binnen de binaire gendernormen. Hoewel verschillende mensen nog kiezen om zich zo te identificeren, wordt de term tegenwoordig minder gebruikt vanwege de grote nadruk op het medische aspect. .
Een persoon die geregistreerd werd met een mannelijk geboortegeslacht, maar een vrouwelijke genderidentiteit heeft.
We gebruiken allemaal voornaamwoorden (hij/zij/zijn/haar/hem…) wanneer we naar iemand verwijzen. Vaak denken we daar zelfs niet bij na. Op basis van iemands kledij, kapsel, naam of stem veronderstellen we meteen welke genderidentiteit die persoon heeft en gebruiken we de voornaamwoorden die daar -volgens ons- bij horen.
Binariteit doorbreken
Lezen we iemand als man, zeggen we ‘hij’ en ‘zijn’, lezen we iemand als vrouw, zeggen we ‘zij’ en ‘haar’. Dit komt voor velen als een vaststaand gegeven waar verder geen aandacht aan moet geschonken worden. Maar de realiteit is vaak complexer dan dat. Niet alleen vergeten we hierdoor dat genderidentiteit niet altijd af te lezen is van iemands uiterlijk (ofte: iemands genderexpressie), we delen de maatschappij daardoor ook onbewust op taalkundig vlak op in twee mogelijkheden: man of vrouw. Mensen met een non-binaire genderidentiteit moeten zich daar bij neerleggen en voelen zich verplicht te ‘kiezen’ voor mannelijke of vrouwelijke voornaamwoorden, wat vaak erg oncomfortabel is.
Die/hun
In de Engelse taal wordt ‘they/their’ gebruikt wanneer wordt verwezen naar iemand die genderneutrale voornaamwoorden verkiest. Naar analogie met het Engels verkiezen veel mensen met een non-binaire genderidentiteit vandaag de voornaamwoorden ‘die/hun’ in het Nederlands. Hiermee wordt aangegeven dat de genderidentiteit van iemand niet gekend, of non-binair is.
Misschien hoorde je beweren dat kinderen altijd moeten opgevoed worden door een man en een vrouw. Dat alle andere familievormen minderwaardig zijn. Niets is minder waar.
Een familie is een sociale eenheid gevormd door een groep mensen die met elkaar verbonden. Familiestructuren kunnen even verschillend zijn van mekaar als de mensen die er deel van uitmaken: alleenstaande ouders, vader en moeder, twee moeders of twee vaders met adoptie- of pleegkinderen, meer dan twee ouders in een polyamoureuze context, co-ouderschap enzovoort. Al deze familievormen zijn evenwaardig.
Waarom is er dan nog discussie? De wettelijke erkenning van LGBTI families is in vele landen nog een onopgeloste kwestie, wat vaak gerefelecteerd wordt in het maatschappelijk debat en in politieke middens, maar ook op fora en digitale platforms. Dan wordt de heteroseksuele ‘nucleaire’ familie, bestaande uit een vader, een moeder en een kind, voorgesteld als het enige ‘juiste’ model. Laat je geen blaasjes wijsmaken.
Vandaag bestaat er een veel grotere diversiteit aan succesvolle, gezonde en gelukkige families die even natuurlijk zijn als de ‘nucleaire’ familie, met evenveel recht op een gelukkig bestaan. Seksuele oriëntatie en genderidentiteit hebben geen relevantie wanneer het aankomt op het succesvol opvoeden van kinderen. En daarmee is de kous af.
Waarschuwing: dit onderdeel bevat transfobe taal
De transgender gemeenschap is een van de meest kwetsbare groepen uit de LGBTI-gemeenschap. Trans personen krijgen nog meer te maken met discriminatie, bedreigingen en zelfs geweld dan cisgender, lesbische, homoseksuele en biseksuele personen (FRA LGBTI enquête 2013, Call It Hate, 2018).
Ook in de online wereld is intolerantie naar trans personen vaak merkbaar. Kwam jij of een van je vrienden of familie in aanraking met online transfobie? Dan kunnen deze tips je helpen met reageren.
1. Onthoud eerst en vooral dat je niet verplicht bent te reageren. Plaats je mentale welzijn altijd voorop en overweeg in welke mate je in staat bent te reageren. Zie de videoboodschap van Uwi 4.1 die voor zichzelf precies dit advies toepast.
2. Aangifte doen kan een goed idee zijn. Dat kan bij het online platform, bij een slachtofferdienst en/of de autoriteiten. Je vindt meer informatie hierover bij het onderdeel Waar aangifte doen? 3.3. Aangifte doen kan ervoor zorgen dat haatdragende inhoud van het internet verwijderd wordt of dat er een bericht naar de dader wordt gestuurd om hen te wijzen op hun acties. Ook kan het bijdragen aan het bewustzijn over het wijdverspreide probleem van transfobie online. Meer info vind je bij Blijf niet stil 3.1 op deze website.
3. Beslis je te reageren met de transfobe persoon of personen? Ga op zoek naar nationale of internationale bronnen om je argumenten te staven. Je kan oa bronnen gebruiken die aanbevolen worden op deze website.
4. Trans vrouwen vormen geen bedreiging voor andere vrouwen. Sommige transfobe comments of posts beweren dat trans vrouwen eigenlijk ‘undercover mannen’ zijn die vrouwelijke ruimtes willen innemen. Niets is minder waar. Deze boodschap is bedoeld om angst te zaaien. Hij is gebaseerd op speculaties, niet op feiten.
5. Nog een transfobe opmerking die wel eens gemaakt wordt is dat trans vrouwen mannelijke privileges hebben waardoor ze geen slachtoffer kunnen worden van seksisme. Herinner hen eraan dat trans vrouwen minstens evenveel seksisme moeten ondergaan als cis vrouwen, bovenop het transfobe seksisme waarmee ze geconfronteerd worden.
7. Er zijn meer genderidentiteiten dan alleen man of vrouw. Gender is een spectrum dat zich niet in twee binaire delen laat vatten. Indien iemand beweert dat er maar twee genders zijn omdat er ook maar twee geslachten zijn, herinner hen er dan aan dat: 1 – gender en anatomie twee verschillende dingen zijn en 2 – er ook op vlak van geslacht verschillende intersekse condities zijn die voorbij het binaire man/vrouw gegeven gaan. Zie het onderdeel Het ABC van LGBTI 2. op deze website voor meer info.
8. Online haatdragend transfoob gedrag normaliseren leidt ertoe dat ook andere transfoob gedrag genormaliseerd wordt. Deel statistische data die het hoge percentage discriminatie en haatdragend gedrag tegenover trans personen aantoont, bijvoorbeeld uit de FRA LGBT enquête of de Safe To Be survey 7.5.
9. Indien je te maken krijgt met transfoob gedrag van LGB personen, herinner hen er dan aan dat veel van de helden uit de LGBTI-beweging trans vrouwen waren. Om maar een voorbeeld te geven, onze huidige Pride marsen hebben we te danken aan moedige trans vrouwen van kleur zoals Martia P. Johnson en Silvia Rivera, sleutelfiguren tijdens de Stonewall-rellen. De stemmen van trans vrouwen waren altijd de luidste en meest overtuigende in het gevecht voor LGBTI-gelijkheid, en ze verdienen iedereens dankbaarheid en respect.
10. Indien mensen artikels delen waarin transfobe informatie staat, kan je altijd de credibiliteit van de bronnen nagaan. Soms gaan transfobe mensen zo ver dat ze fake news produceren om trans personen te kunnen portretteren als slecht en agressief. Toon hen aan dat hun bronnen niet betrouwbaar zijn.
11. Je hebt de wetenschap aan je zijde. In 2018 verwijderde de Wereldgezondheidsorganisatie alle trans gerelateerde identiteiten van de lijst psychische stoornissen. Transgender zijn was nooit een psychiatrisch probleem, maar sinds kort is de Wereldgezondheidsorganisatie het hier ook mee eens.
12. Wees op je hoede voor trans-uitsluitende radicale feministen (TERFs). Dit fenomeen ontstond in de jaren 70 in de VS nadat een onderdeel van de feministische beweging beweerde dat trans zijn een Trojaans paard is binnen feminisme, waarbij mannen doen alsof ze vrouwen zijn om vrouwelijke ruimtes te kunnen bezetten. Jammer genoeg zijn TERFs zeer actief op sommige social media platformen zoals Twitter en verspreiden ze transfobe informatie. Indien je transfobe inhoud van hen terugvindt, aarzel dan niet dit te rapporteren. Wees je ervan bewust dat ze zeer goed georganiseerd kunnen zijn en dat, als je in discussie treedt met een van hen, er wel eens een hele hoop anderen van hen op kunnen komen dagen en dat de discussie een vijandige wending kan nemen.
13. Je hebt feminisme aan je zijde, zelfs al bestaan er fenomenen als TERFs. Sinds de jaren 90 zijn er veelvuldige allianties geweest tussen feministen en LGBTI activisten, voornamelijk transgender personen, wat geleid heeft tot wat men transfeminisme of intersectioneel feminisme noemt: een feminisme voor alle vrouwen dat diversiteit als rijkdom wil zien en stelt dat er meer dan één manier bestaat van vrouw zijn. Het betrekt alle vrouwen: lesbische, biseksuele vrouwen, trans vrouwen, vrouwen van kleur, andersvalide vrouwen, vrouwen van alle leeftijden en etniciteiten, enzovoort. Intersectionele feministen zeggen “Als feminisme niet transinclusief is, is het geen feminisme.”
14. Herinner de tegenpartij eraan dat ze niemand de toegang tot man of vrouw zijn (of eender welke andere genderidentiteit) kunnen ontzeggen. Er bestaan geen vereisten of voorwaarden die bepalen of je je mag identificeren met een bepaald gender of niet.
15. Identiteit is geen keuze, het is iets dat mensen ontdekken in de loop van hun leven. Mensen “kiezen” niet om trans te zijn. Sommigen ontdekken dit pas op een later punt in hun leven, wat het op geen enkele manier minder valide maakt.
Seksuele oriëntatie en genderdiversiteit in het onderwijs
De LGBTI-gemeenschap werd al eerder beschuldigd van het willen “indoctrineren” door middel van voorlichting over seksuele en genderdiversiteit (“The Gay Agenda”). Diversiteit is echter geen ideologie. Het is een realiteit waarover mensen moeten leren opdat ze burgers kunnen worden met een kritisch bewustzijn van de wereld waarin ze leven. We moeten onderricht geven in waarden als tolerantie en respect voor wat anders is dan wijzelf. We moeten de diversiteit die eigen is aan mens-zijn leren kennen, in plaats van die te vrezen. Op die manier kunnen kinderen opgroeien met begrip en respect voor de diversiteit die onze samenleving kent.
Het is dus niet de bedoeling om te “overtuigen”, maar om te informeren. Seksuele oriëntatie, genderidentiteit en -expressie kunnen niet verhinderd of opgedrongen worden. Het maakt simpelweg deel uit van iedere persoon.
Didactische leermomenten op scholen informeren kinderen over realiteiten waar sommigen van hen nog nooit mee in aanraking kwamen. Voor het ‘gendercreatieve’ kind of de jongere kan er een veilige ruimte gecreëerd worden waar ze gehoord kunnen worden en zichtbaar kunnen zijn zonder vrees voor afwijzing, pesterijen of discriminatie. De çavaria schoolklimaatenquête van 2016 – 2017 toonde aan dat 41% van de LGBTI-leerlingen zich onveilig voelt op school vanwege hun seksuele oriëntatie. Bijna een kwart van de respondenten zou daardoor toiletten en kleedkamers vermijden. Scholen waar leerkrachten zich actief inzetten voor een inclusief schoolklimaat waarin iedereen zichzelf kan zijn, worden positiever ervaren door alle leerlingen.
De LGBTI Pride – Trots zijn is een recht!
De Pride is er niet gekomen opdat mensen zouden kunnen vieren dat ze LGBTI zijn, maar om hun seksuele oriëntatie en genderidentiteit te mogen beleven zonder discriminatie, vingerwijzen of vervolging.
De Pride kan leuk zijn maar het is ook een demonstratie voor mensenrechten. Het sterkt LGBTI mensen in hun recht aanspraak te maken op de rechten en vrijheden die hen nog op veel plaatsen ter wereld worden ontzegd, en in het gebruiken van publieke ruimtes waar ze vaak worden buitengesloten. Visibiliteit is essentieel. Wat geen naam heeft en niet gezien wordt, bestaat niet. Het is een dag waarop de gemeenschap opkomt voor de waardigheid van mensen, waarbij er duidelijk wordt gemaakt aan leden van de LGBTI gemeenschap die zich niet zichtbaar kunnen maken: “velen van ons zitten in hetzelfde schuitje en we staan aan je zijde”.
Het recht op zelfbeschikking
Genderidentiteit is het innerlijke gevoel van gender dat je ervaart. Dit kan al dan niet overeenkomen met de biologische eigenschappen waarmee je geboren bent. Bij trans personen verschilt de genderidentiteit van het gender dat toegewezen werd bij de geboorte.
Sommige trans personen kunnen hun genderidentiteit niet beleven, bijvoorbeeld uit angst afgewezen te worden, of omdat ze in een vijandige omgeving leven. Anderen ontdekken hun genderidentiteit in de loop van hun leven. Wanneer trans personen beslissen om in transitie te gaan, moeten ze niet alleen de confrontatie aangaan met zichzelf, maar ook met hun omgeving. Het is een beslissing die veel moed vergt en die, gezien het gebrek aan acceptatie door de samenleving, tot alles kan leiden van het verliezen van een job tot het verliezen van familie en vrienden.
Daarom is het zo belangrijk dat er trans inclusieve ruimtes bestaan waar iedereen zich welkom kan voelen om in alle rust te kunnen ontdekken wie ze zijn. Zie het onderdeel Waar kan ik terecht? 3.5 op deze website voor meer info.
In fact, the European Parliament recently adopted a resolution calling on the Member States to include in their legislation legal recognition of gender on the basis of self-determination, that is to say, that people’s gender identity should be respected on the basis of their own perception of themselves.
Depathologiseren van LGBTI bestaansvormen
Pathologisatie betekent het toeschrijven van bepaalde eigenschappen of delen van iemands identiteit aan een ziektebeeld. Wanneer dit gebeurt bij LGBTI-mensen is dit een grove mensenrechtenschendig die kan leiden tot negatieve attitudes, stereotypering en stigmatisering van de hele gemeenschap. In 1990 stopte de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) met het definiëren van homoseksualiteit als een psychische stoornis. Daarbovenop heeft de organisatie in 2018 alle transgerelateerde categorieën verwijderd uit de lijst met psychische problemen. Dit betekent dat LGBTI-identiteiten volgens de WHO niet meer worden beschouwd als psychische stoornissen. Je seksuele oriëntatie en genderidentiteit maken deel uit van je identiteit, of je nu hetero bent of holebi, transgender of cisgender.